‘Marokkaanse trots’: geen klatergoud en moneyblowen, wel veel anders
Afgelopen week publiceerden voetbaljournalisten Thomas Rijsman en Nordin Ghouddani het boek ‘Marokkaanse trots’. Een project waarin 25 Nederlands Marokkaanse spelers, trainers en bestuursleden uit het Nederlandse profvoetbal hun verhaal vertellen. Over hun roots, de islam, culturele botsingen en natuurlijk hun Marokkaanse trots. Aanleiding voor het schrijven van het boek was een gekrenkte Hakim Ziyech. De spelmaker verkoos, nadat hij in 2016 was genegeerd door oud-bondscoach Danny Blind, het nationale team van Marokko boven Oranje.
Lang werken aan een boek, in de wetenschap dat kritieken gaan over wij-zij sentiment, over de claim dat het boek alle taboes van culturele verschillen en de complexiteit van een Marokkaanse nationaliteit in de Nederlandse samenleving blootlegt. En over de vooroordelen die gepaard gaan met het dragen van de Marokkaanse achtergrond in het continue vergrootglas van de voetbalwereld. Het is te prijzen dat Ghouddani en Rijsman het avontuur hebben omgezet naar een uitgebracht boek. Het werk geeft een uniek inkijkje in het leven van de voetballende Marokkaanse Nederlanders, vaak openhartig verteld door de hoofdrolspelers.
Humor van de Kannibal
De aftrap is met een verhaal over Khalid Boulahrouz raak. Niet alleen vertelt de oud-international over de gigantische financiële stap die hij maakte bij zijn overstap van RKC Waalwijk naar het Noord-Duitse Hamburger SV – van een modale 1750 euro per maand naar een miljoenensalaris -, ook weerspiegelt de verdediger de humor waarmee je kan omgaan met culturele verschillen. Kort na het tekenen van zijn contract in Hamburg presenteerde de toenmalige HSV-preses een schaal met worsten in zijn woonkamer. De Kannibal moest passen omdat het moslim-zijn hem voorschrijft geen varkensvlees te eten. Hij kon er wel om lachen, zijn destijds omringende delegatie ook.
Van jonge spelers die aan de deur van de Eredivisie kloppen (Nassim El Ablak van Fortuna Sittard bijvoorbeeld), tot ADO-directeur Mohammed Hamli, tot oud-voetballers zoals Anouar Diba: de gesprekken tussen Rijsman, Ghouddani en de geportretteerden leveren een soms verrassende openheid van hun wereld op. Ook de randjes hebben een rol: zo geeft voormalig Feyenoord-groeibriljant Anass Achahbar toe dat zijn voedingsdiscipline gewoon slecht was en dat hij behoefte had aan een sparring-partner die hij kon vertrouwen.
Geen blad voor de mond
Geen blad voor de mond nemen is al helemaal weggelegd voor Anouar Diba. Diba speelde afwisselend in de Nederlandse Eredivisie – NAC en FC Twente – en op het hoogste niveau in Qatar. Hij geeft in ‘Marokkaanse trots’ ruiterlijk toe dat zijn stappen naar het Midden-Oosten om het geld gingen. En dat de hoeveelheid aanwezige trots in zijn karakter hem ervan weerhield Pierre van Hooijdonk met voorzetten te bedienen. Tijdens zijn periode in Breda vermoedde Diba dat Pi-Air zich bemoeide met de opstelling en Diba verhuisde daardoor van zijn geliefde rechterkant naar de linkerkant. Zijn wraak mondde uit in oneindige kapbewegingen in plaats van afgemeten assists.
Parallel aan de persoonlijke ervaringen van de hoofdrolspelers lopen de verhoudingen tussen de jeugdvrienden en tevens schrijvers van het boek. De relatie Rijsman-Ghouddani gaat terug tot de basisschool in Tilburg, na een lange tijd een eigen weg te zijn gegaan kwamen ze enkele jaren geleden weer in contact met elkaar. In hoeverre spelen culturele verschillen bij Nederbelg Rijsman en Ghouddani, die een Marokkaanse afkomst kent, een rol in hun carrières en hun opvattingen? Hoe verliepen de paden tot de Rondo redactieplek bij Ziggo voor Rijsman en die van NTR-researcher voor Ghouddani?
Een ode
‘Marokkaanse trots’ is ook een ode aan de creativiteit, het speelse en de grilligheid van de Marokkaanse voetballer. Rijsman biecht in het boek simpelweg op dat hij Mounir El Hamdaoui misschien wel een van de beste voetballers uit de Eredivisie vond. De wonderdoelpunten van zijn voet in de Amsterdam Arena, voor Ajax, blijven voor altijd op het netvlies van de schrijver.
Het boek gaat niet over klatergoud en moneyblowen, het bevat lezenswaardige en zeldzame sportduiding over culturele verschillen, die in Nederland niet weg te denken zijn.
Leave a Reply
Want to join the discussion?Feel free to contribute!